Steen en been klagen betekent uitgebreid, hartgrondig  klagen.  In het Middelnederlands luidde deze zegswijze steen en been zweren of te wel zweren vanuit de grond van je hart. Dat zweren deed je vroeger  bij een grafsteen of stenen altaar (steen) waarin de botten (been) van een heilige werden bewaard. Steen en been  kreeg later de betekenis “hevig, hartgrondig” en zo is steen en been klagen een vaste uitdrukking in onze taal geworden. In Zwolle kun je nog steen en been klagen bij de beenderen van Thomas à Kempis, die in de Onze Lieve Vrouwebasiliek worden bewaard. De kerk heeft Thomas weliswaar niet heilig, maar wel zalig verklaard.

 

Thomas

Thomas à Kempis (1379-1471) is vooral bekend geworden als de schrijver van de bestseller “Imitatio Christi ”ofwel “De Navolging van Christus” Dit is na de bijbel het meest vertaalde christelijke boek. Het is een handleiding om goed en zuiver te leven. Thomas à Kempis (eigenlijk Thomas Hemerken) werd geboren in 1379 in Kempen bij Krefeld in Duitsland. Op 15 – jarige leeftijd verhuisde hij  naar Zwolle en in 1394 trad hij toe tot het Sint Agnietenklooster, waar zijn broer Johannes van Kempen prior was. In 1442 werd Thomas door zijn medebroeders als subprior van de kloostergemeenschap gekozen. De meeste tijd van zijn leven bracht hij door met het schrijven van zijn werken en het kopiëren  van handschriften. Thomas stierf in 1471 op 92 jarige leeftijd en werd begraven in het klooster waar hij bijna zijn gehele leven had doorgebracht.

 

Strijd over stoffelijke resten

Tweehonderd jaar later brak in 1672 het rampjaar uit. Zwolle werd bezet  door de bisschoppen van Münster en Keulen . Maximiliaan , de bisschop van Keulen  liet het lichaam van Thomas in 1674 opgraven met de bedoeling, het als relikwie mee te nemen naar Keulen. Zover lieten Thomas’ volgelingen het niet komen. Ze deden de botten in een reliekkist en zorgden er voor dat deze kist in Zwolle bleef. Na veel omzwervingen is deze reliekschrijn uiteindelijk in de Onze Lieve Vrouwebasiliek beland.

 

Deel geraamte ontbreekt

Als je de grootte van de reliekschrijn in beschouwing neemt, trek je al snel de conclusie dat deze nooit het geraamte van een volwassen man  kan bevatten. Dat komt omdat in de loop der tijd een  groot deel van de beenderen is geschonken aan kloosterorden in vooral Frankrijk en Duitsland. Zo is de onderkaak van Thomas bijvoorbeeld opgedoken in de Franse abdij van Solesmes. De meeste stoffelijke resten zijn toch in Zwolle gebleven. Enkele jaren geleden heeft men nog geprobeerd om het gezicht van Thomas à Kempis te reconstrueren, maar dit lukte niet omdat er te veel delen van zijn schedel ontbraken.

 

Girbe Buist