Zoas de koe eurt b’j de bolle, zo eurt de diezerstraote b’j zwolle.
De Diezerstraat is dé winkelstraat van Zwolle. Tevens is het een van de oudste straten van de stad. Vermoedelijk stonden er al huizen in de 13de eeuw en zeker vanaf de 14de eeuw. De straat bestond in die tijd uit een eenvoudig paalpad, bedoeld om het wegzakken in de zompige en modderige veenbodem te voorkomen. De Diezerstraat was toen al de uitvalsweg naar het oosten en noorden van het land. De weg vormde ook de verbinding met de marke Dieze, die in 1384 bij de stad werd gevoegd. Omstreeks 1309 werd langs de Diezerstraat en grenzend aan het Koningsplein en de Oude Vismarkt het Heilige Gasthuis gebouwd. In het Heilige Gasthuis konden bedelaars, zwervers, pelgrims en andere mensen zonder vaste woon- en verblijfsplaats voor twee dagen onderdak en voedsel krijgen.
Zwolse goudkust
In de eeuwen daarna groeide de Diezerstraat uit tot één van de belangrijkste straten van Zwolle.
Hier woonden net als in de Walstraat en de Kamperstraat veel van de vermogende Zwollenaren.
In 1580, tijdens de Tachtigjarige Oorlog vond er in de Diezerstraat een gevecht plaats tussen de protestanten onder leiding van Lubert Ulger en Spaanse troepen en katholieken. Het gevecht werd gewonnen door de protestanten, zodat Zwolle zich aansloot bij de Unie van Utrecht.
In de 19de eeuw nam het aantal winkels in de steeds drukker wordende Diezerstraat toe .
Steeds meer eigenaren verkochten hun huis in de Diezerstraat, dat daarna tot winkel werd verbouwd. Van 1893 tot 1919 liep er zelfs een paardentram door de Diezerstraat, maar na de afschaffing daarvan werden de rails verwijderd.
Het belang van de straat werd nog eens geaccentueerd toen het Provinciaal Bestuur zich aan het begin van de 19de eeuw in de Diezerstraat vestigde.
Winkelstraat
De ontwikkeling, die zich in de 19de eeuw had ingezet werd in de 20ste eeuw verder versterkt.
In 1901 signaleerde de Zwolsche Courant het nieuws dat de meeste particuliere woonhuizen
aan het verdwijnen waren om plaats te maken voor winkels. De Diezerstraat werd in de 20ste eeuw het kloppend hart van de stad..
In 1970 kreeg de straat de status van promenade, rijdend verkeer mocht er voortaan niet meer in komen. Vitrines en vijverbakken moesten de straat allure geven, maar het publiek kon ze niet waarderen. Ze verdwenen dan ook weer.
In de jaren die volgden verloor de Diezerstraat steeds meer zijn eigen karakter.
De kleinschalige Zwolse winkeliers gaven de Diezerstraat een eigen gezicht. De torenhoge huurprijzen dreven deze winkels de straat uit. Zij maakten plaats voor grootwinkelbedrijven, met vestigingen in het hele land. Dit beeld werd nog eens versterkt door de aantasting van de vele historische gevels, die de straat rijk is. Zijn de bovengevels misschien nog wel intact, de puien werden stuk voor stuk opgeofferd aan de willekeur van etalageontwerpers. Boven- en onderkant hebben zo niets meer met elkaar te maken.