Dit was de lijfspreuk van Herman Brood, die in Zwolle nooit zijn draai heeft kunnen vinden, maar zijn roots nooit heeft verloochend. Zelf gaf Herman dikwijls aan dat wie hem wilde leren kennen, naar Zwolle moest komen. Hij had een haat-liefde verhouding met de blauwvingerstad, waar hij zijn jeugd doorbracht en waar hij ook later […]
Taalsafari – Kringiesspi’jers.
Zwollenaren gebruikten dit woord voor mannen, die vroeger op de Kamperpoortenbrug stonden en de door pruimentabak opgewekte spuug in het water spuugden zodat er kringen ontstonden. Later werd het een spotnaam voor leeglopers. Het woord baliekluiver is een synoniem voor leegloper of nietsnut. Daarnaast werden met baliekluivers specifiek mensen aangeduid, die nutteloos of werkzoekend over […]
Taalsafari – De Pee in hebben
Als je de pee in hebt vind je iets erg vervelend en baal je er flink van. De pee staat voor de pest (net zoals de k voor kanker ) De pest is een infectieziekte, die van de 14de tot en met de 19de eeuw in Europa veelvuldig voorkwam en enorm veel slachtoffers maakte. De […]
Taalsafari – Metsen op de törfmarkt.
Toen de Turfmarkt nog een open vlakte was is hier heel wat afgevoetbald Als je nu een oude Zwollenaar en voetballiefhebber spreekt dan hoor je nog wel eens:” Vrogger gungen w’j metsen op de Törfmarkt.” Het waren niet alleen voetbalverenigingen als ZAC en Zwolsche Boys, die op de Turfmarkt voetbalden. Ook door jongens uit de […]
Taalsafari – Leven in de brouwerij brengen
Wie ergens leven in de brouwerij brengt, vrolijkt een saaie situatie op door zijn aanwezigheid. Waarschijnlijk werd met deze uitdrukking in origine gedoeld op het feit dat vroeger brouwerijen in de winter vaak werden stilgelegd. Omdat in dat seizoen met de temperatuur ook het biergebruik ging dalen: was het koud dan dronken de mensen eerder […]